Het matras

Al een tijdje heb ik in de smiezen dat mijn matras niet meer zo lekker ligt. Aangezien ik veel meer dan een gemiddeld mens op bed lig, een bepaalde studenten populatie daar gelaten, slijt mijn matras sneller dan gemiddeld. Geen idee wat de levensduur van een matras is, maar na acht jaar is mijn matras hartstikke op.

 

Ik maak gebruik van een speciaal luchtmatras. Dat is nodig omdat ik veel lig en vanwege de kans op fracturen soms een aantal weken aaneengesloten. Vanwege mogelijke decubitus heb ik een indicatie voor een matras dat vergoed wordt via de verzekering.

 

Nu kon ik 8 jaar geleden gewoon de factuur van het (ook vervangende) nieuwe matras naar de verzekering sturen en kreeg ik deze kosten terug gestort. Die werkwijze is veranderd. Ik start bij de ergotherapeut. Twee vliegen in één klap, dacht ik. Ik kom namelijk al bij mijn ergo therapeut vanwege benodigde aanpassingen aan mijn rolstoel. Van die efficiënte klap bleek geen sprake te zijn. Aangezien dat een speciaal zit spreekuur betreft mogen de ‘lig’ zaken daarin niet besproken worden. Ik kom dus op een andere afspraak om de matras casus te bespreken. Deze gang van zaken kost haar en mij en dus onze samenleving tijd en dus meer geld, maar dat lijkt in deze wereld soms geen snars uit te maken.

 

De ergotherapeute, die ik graag mag, werkt doortastend. Ze belt de matrasfabrikant. Die heeft momenteel geen rechtstreeks contract met mijn zorgverzekeraar. Ze belt de zorgverzekeraar. Deze zegt telefonisch akkoord te zijn met de vervanging van het matras, maar dit moet via een gecontracteerde leverancier.

 

We vullen direct het aanvraag formulier in. De handtekening van de in mijn aandoening gespecialiseerde en aan het expertisecentrum OI verbonden ergotherapeute is niet voldoende. Mijn revalidatiearts moet de aanvraag eerst bestuderen en goedkeuren. Gelukkig ben ik ook bij haar vaste klant en binnen een week heb ik de benodigde documenten in huis.

 

Ik bel naar de gecontractueerde matrasleverancier, die ook mijn rolstoelleverancier is en verwacht vreugde aan de andere kant van de lijn vanwege deze order. Laten we elkaar geen mietje noemen, het is crisis en iedere bestelling is er toch één. En dit is ook nog eens een snelle deal: twee vliegen in één klap. Niets is minder waar. Hoe ik erbij kom dat mijn ergotherapeute en mijn revalidatiearts bepalen welk matras goed voor mij is, laat staan dat mijn eigen 16 jaar lange op dit matras lig ervaring van waarde is. Hun indicatie orgaan bepaald welk matras goed voor mij is en dat is dit matras niet. Dit matras zit namelijk niet in hun pakket en daarmee is het per definitie niet geschikt.

 

Ik adem, ik adem nog eens. Oefening in leiderschap. Nog een ademhaling en dan zet ik heel helder uiteen hoe de procedure is gelopen, hoe ik bij dit matras ben gekomen, welke ziekte ik heb en waarom een indicatietraject met hun specialist nicht im frage is. Dat het uittesten van matrassen een bezigheid is die mijn nachten opbreekt en mijn dagen, waarin ik werk, opslokt. Dat ik behoefte heb aan een heel simpel antwoord op een heel simpel verzoek. Dat ik alles begrijp, dat ik hun contracten en inkoopvoorwaarden begrijp. Maar dat ik niet begrijp dat wanneer mijn arts, ergotherapeut en verzekeraar akkoord zijn, zij, aan de telefoon, beslist dat dit matras er niet komt.

 

Teveel instanties in mijn leven. Verwachtte aanpassingen binnen mijn huis die 5 maanden na indicatie nog niet geplaatst zijn. Een rolstoel die verkeerd opgemeten is en dus niet goed zit. Het UWV dat heel goed helpt, maar ook zo vaak het antwoord niet weet. Een lijf dat pijn doet en dat mij de laatste maanden iedere week naar een andere medisch specialist stuurt. Een offerte voor benodigde autoaanpassingen die op een of andere manier niet tot stand komt. Mijn huishoudelijke zorg die gekort is. Het CIZ wacht op de PGB verantwoording, die ik met veel precisie afrond. Ondertussen zou ik ook moeten zwemmen in het verwarmde therapiebad, alleen ik trek dat niet meer. Het ruikt er naar een openbaar Frans toilet. Stichting MEE heeft ook nog een aanvraag voor mij lopen, maar overal is ’t geld op.

 

De ene instantie heeft geen weet van de andere instantie. Dat is een feit. Ze weten niet dat als ik een keer een zucht slaak, na 20 minuten wachten bij de bloedafname, dat ik daarvoor bij de internist was en daarvoor poogde een matras te regelen. Ze weten niet dat ik nu hoop gebeld te worden door de rolstoelman, die mogelijkerwijs ook mijn matrasindicatie kan gaan doen. Ze weten niet dat de telefoon heel vaak rinkelt, maar zijn nummer vooralsnog niet verschijnt.

 

Ze weten misschien niet dat Jetta Klijnsma roept: alle Wajongeren aan het werk. En dat ik niets liever wil.

 

Dankbaar. Ja, ik ben dankbaar voor alles wat ik kan aanvragen en de zorg mogelijkheden die dit land biedt. Dat meen ik oprecht en mijn blik dwaalt af naar mijn hulphond, die ook een zucht slaakt. Ik zou echter ook heel dankbaar zijn als ik één maand, misschien zelfs maar één week, gewoon een werkende burger kan zijn die haar zaakjes voor elkaar heeft.

 

En ook: dat ik gewoon eens even niet die zeikerd hoef te zijn. Dat ik een bevlogen en positief mens ben, dat helaas, als de instantiemaat vol is, niet anders kan dan het verhaal delen. En, wellicht met u, te hopen dat Nederland, dat organisaties, dat instanties het lef krijgen een zorggebruiker, zoals ik ben, te vertrouwen en daarmee de grootst mogelijke kostenbesparing in de geschiedenis van de ‘verzorgingsstaat-crisis’ aan te gaan.

 

Op een dag start ik wellicht de partij van de V. De V van vertrouwen. Twee vingers in de lucht.